Doel van het onderzoek
Epilepsiechirurgie kan niet bij iedereen. Zo moeten de aanvallen ontstaan in één duidelijk afgebakend gebied van de hersenen. En dat gebied moet veilig te verwijderen zijn. Daarom is het doel van dit onderzoek het vinden van betere meetmethoden zodat de locatie waar de aanvallen ontstaan, steeds preciezer bepaald kan worden. En welk deel er dus verwijderd moet worden om de aanvallen volledig te stoppen.
Gerandomiseerd onderzoek bijzonder bij epilepsiechirurgie
Maeike Zijlmans, neuroloog bij SEIN en hoogleraar ‘Geavanceerde neurofysiologie bij epilepsiechirurgie’ bij de Universiteit van Utrecht over het onderzoek: “We hebben deze studie direct na mijn promotie in 2011 opgezet met ondersteuning van EpilepsieNL, nog voordat SEIN en UMC Utrecht een formele samenwerking aangingen. De studie is opgezet door Maryse van 't Klooster en het werk is later overgenomen door Willemiek Zweiphenning.”
Het is een van de eerste gerandomiseerde onderzoeken binnen de epilepsiechirurgie en ook binnen de klinische neurofysiologie. “Internationaal keek men al een tijd uit naar de resultaten van dit onderzoek en heeft men het een gedurfde stap genoemd.”
Uit de resultaten blijkt dat de HFO’s als biomarker voor de groep als geheel niet bewezen beter werkt. Daarnaast kunnen HFO’s als biomarker optreden voor de groep extra temporale epilepsie. Bij temporale epilepsie is het vaak de vraag of de hippocampus (geheugenorgaantje) ook verwijderd moet worden en daar lijken beide biomarkers zich minder goed voor te lenen.
Toekomstig onderzoek gaat zich technisch richten op betere meetmethoden met hoog-dense flexibele elektroden gridjes en speciale signaalanalyse en dit zal dan vooral gebeuren bij de extra-temporale epilepsieën of temporale epilepsie waar de afwijking ver van de hippocampus af zit.
Samenwerking SEIN-UMCU
“Daarnaast zijn we in het algemeen bezig om sinds de samenwerking tussen SEIN en UMCU een grote database op te bouwen van alle SEIN-UMCU epilepsie chirurgie patiënten voor verder gezamenlijk onderzoek. De database bevat inmiddels al meer dan 1000 patienten.”